All Sermons
Wie ben jij?
Bible Passage Johannes 1: 19 - 28

Wie ben jij?

  • Siebe Sijtsema
Date preached 9 January 2022

De hoge heren in Jeruzalem hebben er lucht van gekregen dat aan de overkant van de Jordaan, in Galilea, een zonderling rondloopt van wie gezegd wordt dat het wel eens de profeet Elia zou kunnen zijn of misschien zelfs de Messias.
En omdat de religieuze grachtengordel van Jeruzalem vindt dat er niks goeds kan komen uit Galilea, sturen ze een officiële onderzoekscommissie naar Bethanië aan de overkant van de Jordaan, om uit te zoeken wie die zonderling is.
Bethanië aan de overkant van de Jordaan?
Er is duidelijk iets mis met de topografische kennis van Johannes want Bethanië ligt niet aan de Jordaan maar bij de Olijfberg, vlakbij Jeruzalem, waar Martha, Maria en Lazarus woonden. Bethanië aan de Jordaan is zoiets als: Meppel aan de Rijn.
Nee, waarschijnlijk heet de plaats Betharaba, doopplaats betekent dat letterlijk maar Johannes en onze bijbelvertalers noemen het, in tegenstelling tot de Statenvertaling, Bethanië;  huis van de ellende betekent die naam.
Geen betere plek om Jezus ten tonele te laten verschijnen dan daar.  Want vanuit Jeruzalem gezien,  is Galilea een duister gebied, vol ellende. Maar profeteert Jesaja: “Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien”.

Wie ben jij? Ben jij dat grote Licht”? vraagt de onderzoekscommissie.
“Nee” antwoordt Johannes: “Ik ben niet de Messias, niet Elia, niet de Profeet, maar na mij komt iemand in wiens schoenen ik beslist niet kan staan.”
Johannes trapt niet in de verleiding om zichzelf uit te vergroten maar heeft een aardje naar zijn moeder die,  als Maria op bezoek komt, uitroept: “Wie ben ik dat de moeder des Heren naar mij toekomt?”
“Ik”  zegt Johannes, “Ik ben een roepende in de woestijn: Ik maak de weg vrij voor iemand die u niet kent maar die al  midden onder u is.  Hij verschijnt vaak als de gewone man in de straat, de vreemdeling in de bus op weg naar huis, de vrouw die moet slaven en sloven,
de naamloze vluchteling, de weduwe die ziek is van eenzaamheid
“Hij is al gekomen“  zegt Johannes maar zien jullie wel wie Hij is?
De religieuze elite in Jeruzalem kijkt vanuit de hoogte over Hem heen en zelfs Johannes twijfelt want als  hij later in de gevangenis zit, stuurt hij op zijn beurt leerlingen naar Jezus toe met de vraag: “Wie bent U? Bent u wie komen zou of moeten we toch een ander verwachten?”
En Jezus? Nee, Hij zegt niet: “Ik ben degene die jij verwacht, Ik ben de Messias” maar Hij antwoordt: “Kijk om je heen wat er gebeurt, wat ik doe; daarin zie je wie Ik ben.” Je ziet me in de IC verpleegkundige, de vrijwilliger bij de voedselbank, de buurvrouw die boodschappen doet omdat jij in quarantaine zit; de mens die jou helpt opstaan.
“If God had a name” , als God een naam zou hebben dan maakt Hij vaak naam in mensen die in wat ze doen laten zien Wie God is.
En dus is de vraag: Maakt God naam door ons? Herkennen we Christus in elkaar?
Zien we Hem in die ene Protestantse Gemeente in Meppel?
“Wij zijn” zo zeggen we in ons Missionstatement, “een open veelkleurige gemeente die probeert de liefde van Christus in woord en daad na te leven.”
In woord en daad maar misschien moeten we die 2 omkeren en zeggen: in daad en woord
want zoals Bisschop Augustinus ooit zei: “Verkondig het evangelie desnoods met woorden.”

“Wie zijn wij? “ Het antwoord kan hopelijk kort en krachtig zijn: “Kijk wat er gebeurt, wat we doen.
Zie hoe hier iedereen welkom is: overtuigd gelovige, zoeker of twijfelaar.
Zie hoe wij je geluk vieren en je verdriet delen; hoe we omzien naar elkaar, hoe je hier in Christus naam met liefde behandeld wordt en als dat onverhoopt niet het geval is, hoeveel ruimte er dan is voor vergeving en samen opnieuw beginnen.
Hopelijk laten we dat als gemeente zien want dan doen onze woorden er toe.

Dat geldt ook voor ons persoonlijk.  Natuurlijk mag je tegen iedereen roepen: “Ik ben Christen”.  Die vrijheid hebben we gelukkig.
Maar misschien nog beter is het motto: “Zeg alleen als je Christen bent wanneer het je gevraagd wordt MAAR leef op zo’n manier  dát  het je gevraagd zal worden.
amen